Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

BRANDSMA O (2010) Samenvattingen themadag Terugkeer van roofvogels in ons landschap: gevolgen voor prooidieren en ecosystemen: 'De invloed van de Vos op de weidevogelstand in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen'. LIMOSA 83 (1): 41-41.

Het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen is een weidevogelreservaat gelegen in NW-Overijssel en onderdeel van het natuurgebied De Wieden. Het gebied is van grote betekenis voor kritische en zeer kritische weidevogelsoorten. In 1987 is hier op 229 ha een onderzoek gestart naar het effect van het weidevogelbeheer. Het waterpeil is 10-30 cm beneden maaiveld met plaatselijk in het voorjaar plas-drassituaties. In 1987-92 werd op ca. 60% van de percelen beweid en gemaaid na 1 juni, met het accent op maaidatums na 15 juni of 1 juli. Vanaf 1993 nam dit aandeel toe tot ca. 85%. Daarnaast is vooral in de eerste jaren van het onderzoek veel kleine bosjes en boomsingels verwijderd om het open karakter van het gebied te versterken en de predatie door vliegende predatoren (o.a. Zwarte Kraai) terug te brengen.
      In 1987-94 namen de meeste soorten weidevogels sterk in aantal toe, maar in 1995-2002 liep de stand weer sterk terug. Hoofdoorzaak van de afname was de zware predatie van legsels en vooral kuikens door de Vos. De zwaarste verliezen werden geleden tussen half mei en begin juni, toen in gebieden met veel weidevogels in één of enkele nachten alle kuikens en nesten werden gepredeerd. De hoge predatiedruk en de aanwezig heid van Vossen in het gebied leidden daarnaast waarschijnlijk tot het niet of in veel lagere aantal len vestigen van weidevogels.
      Vanaf 1997 wordt onder andere met behulp van een lichtbak op de Vos gejaagd. In 1997-98 werden in en rond De Wieden meer dan 100 Vossen geschoten, in de daaropvolgende jaren jaarlijks 15-30. In 2003-08 was het aantal met de lichtbak waargenomen Vossen in en om het onderzoeksgebied duidelijk lager dan daarvoor. In 2003-06 namen vrijwel alle weidevogelsoorten weer toe; vooral de toename van Grutto, Slobeend, Kievit en Graspieper was spectaculair. In 2007 nam de stand van de meeste soorten weidevogels af, maar in 2008 weer licht toe, vooral bij Wulp en Grutto.
      In 1989-91 is op basis van de uitkomstdata van legsels en wekelijkse tellingen van alarmerende vogels het aantal gruttoparen vastgesteld dat met succes kuikens grootbracht. In deze periode werden van de meeste legsels die met succes werden uitgebroed één of meer kuikens vliegvlug. Vanaf 1997 is dit deel van het onderzoek weer opgepakt. In 1997-2002 was het aantal succesvolle paren laag tot zeer laag als gevolg van predatie door de Vos. Vanaf 2003 is de predatiedruk veel lager. Met name 2003, 2005 en 2006 waren succesvolle jaren voor de Grutto, waarin de vereiste reproductie voor handhaving van de populatie (0.65 kuiken per paar) ruim is gehaald. Daarbij is voor een minimumschatting uitgegaan van één en voor een maximumschatting van 3.7 uitgevlogen kuikens per succesvol (het gemiddelde aantal uitgekomen eieren per succesvol legsel). Vanaf 2002 is op dezelfde manier ook een schatting gemaakt van het reproductiesucces van Kievit, Wulp, Tureluur en Scholekster. De overlevingskans van legsels en het aantal paren dat met succes kuikens grootbracht zijn in 2003-06 sterk toegenomen. In 2007 was het reproductiesucces laag door een hoge predatiedruk; in 2008 aanzienlijk beter maar voor Grutto en Kievit nog te laag voor handhaving van de populatie.
      De sterke toename van de weidevogelaantallen en het reproductiesucces in 2003-06 geven aan dat het terugbrengen van het aantal Vossen in een optimaal weidevogelgebied kan leiden tot herstel van de weidevogelstand. De afname van de aantallen en de hoge predatie in 2007 geven aan dat het gebied kwetsbaar blijft. Bij voortzetting van het huidige beheer zal naar verwachting de weidevogelstand verder kunnen toenemen en zal ook hervestiging plaatsvinden in delen van het gebied die in het recente verleden zijn verlaten. Het minimaliseren van het aantal Vossen voor en in het broedseizoen blijft echter noodzakelijk. Alle overige beheermaatregelen voor weidevogels zijn hieraan ondergeschikt!

[gratis pdf] [english summary]



limosa 83.1 2010
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster