Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

CAMPHUYSEN CJ & LEOPOLD MF (2007) Drieteenmeeuw vestigt zich op meerder platforms in Nederlandse wateren. LIMOSA 80 (4): 153-156.

Nadat in de zomer van 2000 door schilders van Wintershall AG nesten van Drieteenmeeuwen Rissa tridactyla op het productieplatform L8-P in de Zuidelijke Noordzee (ongeveer 65 km ten NNW van Texel) werden gevonden, is de soort daar een vaste broedvogel geworden. Bij een bezoek op 22 juni 2005 werden 45 bezette nesten geteld en in 23 nesten werden eieren aangetroffen (Camphuysen & de Vreeze 2005). Op 13 juli 2005 werd het platform bezocht door medewerkers vanWintershall AG en eenmogelijk onvolledige inspectie van de kolonie leverde toen 16 kuikens en zes eieren op. Het platform staat in ca. 30 m diep water, in een gebied dat wordt aangeduid als het "Friese Front", de overgang tussen troebel water in de Zuidelijke Bocht en helder water van de centrale Noordzee. L8-P maakt deel uit van een groep van zes platforms, waaronder vier onbemande satellieten, die op korte afstand van elkaar staan. Gezien de voor Drieteenmeeuwen goede mogelijkheden om rond de installatie te foeragerenwerd verondersteld dat kolonisatie van de omringende (onbemande) platforms niet lang zouden uitblijven. Tijdens het koloniebezoek in juni 2005 waren er naast L8-P geen verdere vestigingen van Drieteenmeeuwen bekend, maar er werden later dat jaar twee nesten gevonden op een nabijgelegen platform (L8-A).
      In de zomer van 2006 ontstond de gelegenheid om meer platforms in het gebied te inspecteren tijdens een telling van zeevogels in het gebied van de Klaverbank en het Friese Front aan boord van de SC41, een kleine commerciële Eurokotter die speciaal voor deze survey was gehuurd. Tussen 24 juli en 28 juli 2006 werden in totaal negen platforms bezocht en daaronder was ook de bekende vestiging op L8-P. Er waren redenen voor bezorgdheid over de daar nestelende Drieteenmeeuwen, omdat er in het voorjaar van 2006, tijdens de politieke onrust samenhangend met het mogelijk in Nederland voorkomen van een voormensen gevaarlijke variant van vogelgriep (H5N1), sprake van was geweest dat de meeuwenkolonie zou worden opgeruimd. Personeel van Wintershall AG deelde desgevraagd mee dat helicopterpiloten het wegens vermeend besmettingsgevaar te riskant vonden omnog op het doormeeuwen bewoonde platform te landen. Een schriftelijk verzoek om van het opruimen af te zien werd nooit beantwoord.
      Op drie platforms werden nestelende Drieteenmeeuwen aangetroffen (40 nesten in totaal), op zes platforms waren geschikte nestrichels bezet door 'mogelijke broedvogels' (een term die hier gebruikt wordt voor 'prospectors', volwassenmeeuwen aanwezig op geschikte nestlocaties,maar zonder aanwijzing voor nest; in totaal 291 exemplaren) en op elk van deze platforms waren ook op het helidek of op zee in de onmiddellijke omgeving adulte Drieteenmeeuwen aanwezig (geassocieerd; in totaal 395 exemplaren; figuur 1, tabel 1). De met meeuwen bezette platforms waren PE-K4-BE in het Klaverbank gebied (geen nesten, 40mogelijke broedvogels), L8-A, L8-P en PE-L7-PB op het Friese Front (40 nesten, 217 mogelijke broedvogels) en L5-B en L5-C eveneens bij het Friese Front (geen nesten, 34 mogelijke broedvogels). Op drie andere platforms, PE-K6-GT in het Klaverbank gebied en UN-L/11B-PA en L8-H op enige afstand van het Friese Front waren niet alleen geen Drieteenmeeuwen aanwezig, maar hier werden op de geschikte zitplaatsen ook geen 'krijtstrepen' gezien die zo typerend waren op de andere platforms. Op L8-A en op PE-7-PB werden complexe nesten gezien, bezet met wisselende aantallen adulte vogels en goed zichtbare jongen. Op het 'klassieke' platform L8-P waren de nesten klein en moeilijk zichtbaar (zonder de bij eerdere bezoeken zo opvallende lange slierten nylon en zeewier), bezet door paartjes adulte meeuwen en zonder een enkel zichtbaar jong. Uitgaande van de waarnemingen in juli 2005 zou er op dit platform een flink aantal bijna vliegvlugge jongen aanwezigmoeten zijn geweest.
      Rond de bezette platforms op het Friese Front en in de onmiddellijke omgeving van het bezette platform in het Klaverbankgebied werden grote aantallen foeragerende zeevogels en zeezoogdieren waargenomen. Naast Drieteenmeeuwen waren dit veel Kleine Mantelmeeuwen Larus graellsii (beide gebieden), Noordse Stormvogels Fulmarus glacialis, Grauwe Pijlstormvogel Puffinus griseus en Jan van Genten Morus bassanus (alle Klaverbank), Kuifaalscholver Phalacrocorax aristotelis (Friese Front), Noordse Sterns Sterna paradisaea, Zeekoeten Uria aalge, Bruinvissen Phocoena phocoena (alle in beide gebieden) en Dwergvinvissen Balaenoptera acutorostrata (Klaverbank). Grote gemengde groepen vogels en zeezoogdieren werden foeragerend gezien en vooral in het Friese Front gebied viel het op dat de platforms kennelijk wervelingen in zee veroorzaakten waarin grote groepen zeevogels als een langgerekte staart 'aan het platform vast' foerageerden.
      De waarnemingen hebben een aantal zaken aan het licht gebracht. Ten eerste zijn er nu meerdere vestigingen van Drieteenmeeuwen op offshore-installaties in de Nederlandse Noordzee. Ofschoon het aantal daadwerkelijke voltooide nesten nog vrij klein is, doen de forse aantallen 'verkenners' op geschikte nestrichels vermoeden dat de populatie snel kan gaan groeien. Ten tweede bleek de angst dat de kolonie op L8-P vernield zou worden terecht te zijn geweest: de kolonie bestond uitsluitend uit mislukte paren die kennelijk opnieuw hebben moeten beginnen met de nestbouw. Het aantal aanwezige vogels doet vermoeden dat de kolonie zonder menselijk ingrijpen gegroeid zou zijn in vergelijking met 2005. Ten derde lieten de grote concentraties actief foeragerende zeevogels in de onmiddellijke omgeving van de bezette platforms zien dat deze kolonisaties geen toeval zijn. Het voorspelbare voedselaanbod op het Friese Front (Creutzberg 1989, Leopold 1991, Geertsma 1992, Leopold 1993ab, Camphuysen 2002) en een vermoedelijk vergelijkbaar rijk en voorspelbaar voedselaanbod rond de steile hellingen van het Botney Gat in het Klaverbank gebied maken deze platforms tot ideale broedplaatsen voor Drieteenmeeuwen. Voorlopig wordt door de meeuwen geen aanspraak gemaakt op broedgelegenheid op platforms op enige afstand van deze voedselrijke gebieden.
      De vestigingen in de Zuidelijke Noordzee vonden plaats in een periode waarin de Noordzeepopulatie flink onder druk stond (Heubeck 2004). Het voedselaanbod is in grote delen van de Noordzee zo sterk teruggelopen dat Drieteenmeeuwen daar nauwelijks nog succesvol kunnen reproduceren. De ligging van L8-P is vermoedelijk bijzonder gunstig voor Drieteenmeeuwen. De nabijheid van het Friese Front vormt een min of meer gegarandeerde, gunstige voedselsituatie in de periode waarin het erom spant, de kuikenfase (Leopold 1991, 1993ab, Camphuysen 2005). Bekend is dat deze regio in de zomer ook de zuidgrens en kraamkamer van Zeekoeten vormt (Camphuysen 2002). Voorlopig gaat het bij de Drieteenmeeuwen nog omeen klein aantal dieren en gezien het onfortuinlijke ingrijpen in de nog zo jonge kolonie op L8-P is de toekomst voor deze soort vermoedelijk tamelijk somber. Het is te hopen dat Wintershall AG haar eigen motto ("Long term success and responsibility for the environment and society go hand in hand for us") in de toekomst serieus neemt en zich niet meer door de waanzin van de dag (de H5N1 crisis) laat leiden, en de vestiging van deze sierlijke Drieteenmeeuwen verwelkomt in plaats van verwenst. Onze dank geldt LNV Directie Natuur voor de mogelijkheid om waarnemingen te doen in het gebied rond het Friese Front en de Klaverbank. Meijert Klein en Aart Zeegers willen wij bedanken voor hun gastvrijheid aan boord en de sublieme navigatie rond de platforms, zodat zelfs op lastige plekken goed gekeken kon worden hoe de vlag erbij hing.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 80.4 2007
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster