KROON GHJ DE (2006) Het broedsucces van de Waterral in Nederland.. LIMOSA 79 (1): 13-18.
Door zijn verborgen levenswijze komen ornithologen maar zelden
oog in oog te staan met de Waterral. Misschien is het daarom dat
systematische veldstudies ontbreken, zodat er weinig informatie
beschikbaar is over basale zaken zoals het broedsucces. Als
eerste aanzet voor de invulling van deze leemte worden hier de
resultaten gepresenteerd van een studie naar het broedsucces
van deze voor ons zo geheimzinnige vogelsoort.
Het broedhabitat van de Waterral Rallus aquaticus
bestaat uit hoog opgaande vegetaties met
een dichte structuur, in ondiep water (Jenkins
2002, De Kroon 1982, 1999, 2000, 2004). Het
broedseizoen loopt van maart tot en met augustus-
september (Glutz von Blotzheim et al. 1973,
Cramp & Simmons 1980, Jenkins 1999). Het
legsel bestaat uit acht tot 11 (soms 13) eieren
(Glutz von Blotzheim et al. 1973, Cramp &
Simmons 1980, Potapov & Flint 1989, Jenkins
1999). Het gebruik van het nest, na de bouw ervan
(1-2 dagen), is te verdelen in vier stadia: (1)
de eilegperiode, waarvan de duur afhankelijk is
van de grootte van het legsel, (2) de broedperiode
(20-21 dagen), (3) het uitkomen van de eieren
(1-2 dagen) en (4) de periode dat de kuikens
in het nest blijven (1-2 dagen, maximaal 5)
(Percy 1951, Glutz von Blotzheim et al. 1973,
Cramp & Simmons 1980, Potapov & Flint 1989,
Andreas 1996, 2000).
Waterral Rallus aquaticus
[gratis pdf] [english summary]
|