Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

KRAGTEN S (2006) Broedvogels op gangbare en biologische akkerbouwbedrijven. LIMOSA 79 (2): 75-76.

Themadag: 'Vogels van het agrarisch gebied'

Met veel vogels van het agrarisch gebied gaat het niet goed. Intensivering van de landbouw is hiervan één van de belangrijke oorzaken. Een belangrijke vraag is daarom of een minder inommekeer in de afname van vogelpopulaties in het agrarisch gebied. Om deze vraag te beantwoorden heeft het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML) een vergelijkende studie gestart naar broedvogels op gangbare en biologische akkerbouwbedrijven. Hier worden de resultaten van twee onderdelen van dit project bespreken: (1) vergelijken van broedvogeldichtheden en (2) het vergelijken van het nestsucces van Kieviten.
      De studie is uitgevoerd op 40 paarsgewijs geselecteerde akkerbouwbedrijven in Oostelijk Flevoland en de Noordoostpolder. Beide bedrijven binnen een paar zijn zo geselecteerd dat omringende landschapselementen en bodemtype gelijk zijn. Alle biologische bedrijven
      zijn al ten minste 5 jaar volledig biologisch gecertificeerd. In 2004 en 2005 werden territoria op respectievelijk 10 en 20 paar bedrijven geïnventariseerd. Boerenerven werden niet geïnventariseerd. In beide jaren waren er meer Veldleeuweriken op biologische bedrijven. In 2004 waren Kievit en Kneu talrijker op biologische bedrijven. Aan de andere kant haalden Gele Kwikstaart (2005) en Witte Kwikstaart (2004) hogere dichtheden op gangbare bedrijven.
      Verschillen in gewasrotaties lijken de gevonden verschillen voor Veldleeuwerik en Gele Kwikstaart voor een deel te verklaren. Veldleeuweriken bereikten relatief hoge dichtheden in zomergranen, een gewas dat voornamelijk door biologische boeren wordt verbouwd. Gele Kwikstaarten lijken juist een voorkeur te hebben voor wintergranen en aardappels. Wintergranen werden uitsluitend door gangbare boeren verbouwd en het areaal aardappels is ook relatief groter op gangbare bedrijven. Daarnaast werden Gele Kwikstaarten ook in hoge dichtheden aangetroffen in andere gewassen die alleen op gangbare bedrijven verbouwd werden, zoals tulpen. Voor Kieviten werden geen aanwijzingen gevonden dat verschillen in gewasrotaties een verklarende factor zijn voor het verschil in dichtheden. Wellicht dat hier de kwaliteit van de habitat (voedselaanbod) een rol speelt.
      Om het nestsucces van Kieviten te vergelijken werd in 2005 op alle bedrijven naar Kievitsnesten gezocht. In totaal werden 135 nesten gevonden, waarvan 87 op biologische en 48 op gangbare bedrijven. De dagelijkse overlevingskans van de Kieivtnesten was kleiner op biologische bedrijven. Dit verschil werd veroorzaakt door een groter verlies als gevolg van agrarische werkzaamheden op deze bedrijven (o.a. mechanische onkruidbestrijding).
      Deze studie toont aan dat de effecten van biologische landbouw op het voorkomen van vogels per vogelsoort variëren. Ook de oorzaken die ten grondslag liggen aan deze verschillen lijken per soort anders te zijn. Daarnaast blijkt dat biologische akkerbouwbedrijven ook voor bedreigingen kunnen zorgen. Dit zou kunnen betekenen dat voor sommige soorten biologische bedrijven wellicht fungeren als ecologische vallen. Meer onderzoek naar broedsucces van vogels op gangbare en biologische bedrijven moet hierover meer duidelijkheid verschaffen.

[pdf alleen voor leden] [english summary]



limosa 79.2 2006
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster