Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

TRIERWEILER C (2006) Habitatgebruik van Grauwe kiekendieven in een agrarisch landschap. LIMOSA 79 (1): 28-28.

Themadag 'Telemetrie'

Sinds het eind van de jaren tachtig van de vorige eeuw maken Grauwe kiekendieven Circus pygargus in Nederland voornamelijk gebruik van agrarisch habitat. Mede dankzij bescherming van nesten tegen uitmaaien kan zich tegenwoordig een populatie van ca. 40 broedparen handhaven. Bescherming is mogelijk door een intensieve samenwerking tussen boeren, professionele ornithologen en vrijwilligers (Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief), en de Rijksuniversiteit Groningen (promovendus, studenten). De voornaamste prooisoort in akkerland is de veldmuis Microtus arvalis. Verder wordt het dieet aangevuld met akkervogels, jonge hazen en insecten.
      Radiozenders (gewicht 4.7 g) zijn gebruikt om de jagende vogels te kunnen volgen. Mannetjes kunnen tot 18 km van het nest verwijderd jagen. In 2003 werden twee mannetjes gevolgd, één had een activiteitsgebied van 69 km2, de ander van 33 km2 (figuur 2). Het verschil werd vermoedelijk veroorzaakt door verschillen in voedselaanbod. Als jachtgebied gebruikten de mannetjes vooral percelen met gras, graszaad, braak en luzerne, gewassen die relatief zeldzaam waren in het gebied. Ook werd een voorkeur voor gemaaide percelen vastgesteld. Uit muizenvangsten blijkt dat juist gras, braak en luzerne het rijkst zijn aan muizen. Het belang van braakland en faunaranden blijkt ook uit het feit dat in braakland bijna twee keer zoveel Veldmuizen voorkomen als in gecultiveerd land. We kunnen uit de resultaten van de radiotelemetrie concluderen hoe je het akkerlandschap optimaal zou kunnen inrichten: extensief gebruikte structuren zijn nodig voor een goed voedselaanbod en een groter oppervlak van bijvoorbeeld faunaranden zou kunnen bijdragen aan een constant en verbeterd voedselaanbod voor de kiekendieven.
      Ook buiten de broedtijd maken de kiekendieven gebruik van agrarische landschappen. Met behulp van satellietzenders zijn twee volwassen vrouwtjes gevolgd bij trek en overwintering (zie www.grauwekiekendief.nl). Eén vloog via Spanje naar Marokko, waar we het contact met haar verloren. De ander vloog via Italië naar Niger en Nigeria. Het gebied waar ze daar meerdere weken doorbracht bestond voornamelijk uit akkerland met gierst en braak, maar ook struiksteppe en tigerbush. In deze habitats zijn diverse soorten sprinkhanen de belangrijkste voedselbron.

[pdf alleen voor leden] [english summary]



limosa 79.1 2006
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster