Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

SPEK V VAN DER, J DUINDAM & T VAN SCHIE (2008) Grote Gele Kwikstaart nieuwe broedvogel in Zuid-Holland.. LIMOSA 81 (3): 92-93.

In Nederland broedden in de periode 1998-2000 240-300 paren van de Grote Gele Kwikstaart Motacilla cinerea, vooral in de regio's Twente, de Achterhoek en Zuid-Limburg. Dit is een aanzienlijke stijging ten opzichte van de 110-175 paren medio jaren zeventig (Kwak 2002). Deze toename heeft zich recentelijk doorgezet. In 2006 werd de populatie geschat op 340-380 paren (van Dijk et al. 2008). De verspreiding is sinds het midden van de jaren negentig duidelijk ruimer geworden, met een toenemend aantal broedgevallen buiten de hierboven genoemde, sinds jaar en dag bezette kernregio's. In ieder geval vanaf 1995 en in toenemendemate sinds 2000 wordt gebroed in (vooral zuidoostelijk) Noord-Brabant, met in 2006 reeds 37 en in 2007 liefst 48 paren. Deze toename is deels reƫel, maar deels ook een gevolg van veel intensiever onderzoek in deze regio (Stichting Vogels in Brabant; www.grotegelekwik.nl). Ook ver buiten de oostelijke en zuidoostelijke regio's worden tegenwoordig wel broedgevallen vastgesteld, zoals in 2005 in de stad Groningen (eerste voor deze provincie sinds 1932; Koelman 2006) en in 2006 in De Stille Kern in Zuidelijk Flevoland (van Dijk et al. 2008).
      In 2006 en 2007 werden succesvolle broedgevallen vastgesteld in Honselersdijk, Gemeente Westland, en in 2007 een territoriaal paar te Katwijk aan Zee. Dit zijn de eerste territoriale vogels diewerden gedocumenteerd voor de provincie Zuid-Holland. Tevens dook tijdens gegevensverzameling over de soort in deze provincie nog een ongedocumenteerd geval op te Leiden uit de eerste helft van de jaren negentig. Hieronder worden de (mogelijke) broedgevallen in Zuid- Holland besproken.
      In het voorjaar van 2006 werd langdurig een paartje Grote Gele Kwikstaarten waargenomen in een natuurontwikkelingsgebied en retentiebekken nabij De Wollebrand, Honselersdijk, gemeenteWestland. De vogels bouwden een nest in een sluisdeur en kwamen daar tot broeden. Op 15 juli vlogen vier jongen uit. Na gevallen in Noord-Holland in het Robbenoordbos bij Den Oever in 2000 (pas uitgevlogen jongen; Kwak 2002, archief SOVON), in de AmsterdamseWaterleidingduinen in 2001 en nabij Santpoort-Zuid in 2002 (beide pas uitgevlogen jongen; archief SOVON) betekent dit het eerste zekere broedgeval voor Zuid-Holland. In 2007waswederom een paar aanwezig. Het nest van 2006 werd daarbij hergebruikt. Vroeg in het voorjaar waren een mannetje en twee vrouwtjes aanwezig,waarbij de vrouwtjes in gevecht raakten. Uiteindelijk verdween een van de vrouwtjes en werd door het overgebleven paar wederom gebroed. Op 13 mei waren van het eerste broedsel (minimaal) twee jongen uitgevlogen. Daarna maakte het paar een nieuw nest, aan de andere zijde van de sluisdeur, en volgde nog een tweede broedsel. In de laatste decade van juni vlogen vier jongen uit. Het mannetje zong vervolgens regelmatig voor een derde ronde, maar tevergeefs. Na 1 juli was het mannetje verdwenen. Er is rond deze tijd een niet geverifieerdemelding van een dood exemplaar dat in hetwater dreef:Mogelijkwas dat het vrouwtje. In 2008 waren de vogels nietmeer aanwezig.
      In Katwijk werd een territoriumvastgesteld in 2007. Langs het Additioneel Kanaalwerd bij de Biltlaanbrug op 6 juni een paartje waargenomen, waarvan hetmannetje nestmateriaal verzamelde. In de daaropvolgende weken werden de vogels onregelmatig gemeld, maar na 29 juni werd er hier geen meer gezien. Op 15 juli hield zich wel nog een paartje op bij de Binnenwatering, op ongeveer een kilometer van eerstgenoemde plek. Mogelijk is het paar verstoord door baggerwerkzaamheden (van der Burg 2007). Niet eerder gepubliceerd is dat in 1991, 1993 en 1994 langs de Schelpenkade in Leiden, nabij de voormalige locatie van het Rijksherbarium, telkens tot de zomervakantie een paartje Grote Gele Kwikstaart werd gezien (Leo Jalink). In de zomer zelf was de waarnemer niet aanwezig. Daadwerkelijk broeden kon niet worden niet vastgesteld, maar de aanwezigheid van een paartje in deze tijd van het jaar,meerdere jaren achtereen zou op niet opgemerkte broedgevallen kunnen wijzen. In Groningen werd op dezelfde plek als in 2005 een jaar later waarschijnlijk opnieuw gebroed (Koelman 2006). In 2007 broedde voor het eerst een paartje in een kanaal in de stad Utrecht (de Bruijn 2007) en in 2008 werden in Utrecht drie territoria vastgesteld (SOVON). Grootstedelijk broeden is dus zeker mogelijk in Nederland.
      Het Zuidhollandse broedgeval in 2006 betrof het vierde broedgeval in de Nederlandse westkustprovincies. Daarnaast was er in 2007 tegelijkertijd een tweede territoriaal paar aanwezig. Mogelijk was eerder, begin jaren negentig, ook al een territoriaal paar aanwezig, maar dit kon niet met zekerheid worden bevestigd. Na het vaststellen van deze territoria is de vraag of de Grote Gele Kwikstaart zich definitief als broedvogel zal vestigen in Zuid-Holland, of dit incidenten zullen blijven. De recente gevallen passen binnen de toename van de soort in Nederland. Na de gevallen in Groningen en Utrecht is ook de volgende stap niet ondenkbaar: de Grote Gele Kwikstaart als broedvogel in de grootstedelijke omgeving van de Randstad. Broeden in bebouwde kommen is overigens in het buitenland en in Zuid-Limburg volstrekt normaal.

[pdf alleen voor leden] [english summary]



limosa 81.3 2008
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster