Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

(2002) Recensie: Koffijberg K. ...(et al) 2001. Waterbirds in the Rhine Valley in 1999/2000 with a summary of trends in 1980-2000. LIMOSA 75 (4): 173-173.

Waterbirds in the Rhine Valley in 1999/2000 with a summary of trends in 1980-2000. Koffijberg K., Bauer H-G., Boschert M., Delacour G., Dronneau C., Keller V. & Sudfeldt C. 2001. International Commission for the Protection of the Rhine, Koblenz. RIZA-rapport 2001.042, Lelystad.

Dit tweede rapport over de watervogels in het internationale Rijnstroomgebied (het eerste stamt uit 1996), gepubliceerd namens de Internationale Rijncommissie, beschrijft een drietal watervogeltellingen in 1999/2000 (november, januari en maart) en trends in de periode 1981-2000. Ongeveer 500 vrijwilligers zijn betrokken geweest bij de tellingen van 1999/2000 en het rapport is een gezamenlijk product van de Zwitserse, Duitse, Franse en Nederlandse coördinatoren. De november- en maarttellingen zijn een belangrijke aanvulling op de opzet van de vorige actie, omdat daarmee ook de trekperiodes in beeld komen.
      Bijna een miljoen vogels waren aanwezig in januari (955 500), met behalve in de Nederlandse wateren ook grote concentraties in de Bodensee, waar in november 30% van alle getelde vogels te vinden was (791 000). In maart, als de wintergasten grotendeels verdwenen zijn, waren de aantallen teruggelopen tot 398 500. Het meest talrijk waren Kolgans, Smient, Wilde Eend, Kuifeend en Meerkoet, maar uitgedrukt in percentages van de relevante populaties scoren Krakeend (46%) en Krooneend (38%) het hoogst.
      In het hoofdstuk soortbeschrijvingen worden verspreiding en trends van de belangrijkste soorten weergegeven, met vrij uitvoerige verhandelingen over de achterliggende factoren. Die factoren hebben soms betrekking op veranderingen in de jachtdruk (ganzen) of andere sterftefactoren (zo wordt aandacht besteed aan sterfte van duikeenden in visnetten in het IJsselmeer), soms op de voedselsituatie. Een aantal soorten lijkt diffuus te reageren op eutrofiëring (toename Smient, Krakeend), andere meer lokaal op veranderingen in het aanbod van voedselbronnen als waterplanten, Driehoeksmosselen en vis. De meest spectaculaire ontwikkeling wat dat betreft is wel de sterke toename van het aantal Krooneenden in het Rijnstroomgebied, grotendeels door herstel van de ondergedoken vegetatie (kranswieren) in met name Lac de Neuchatel, Vierwaldstättersee en Bodensee. Op elk van deze meren zijn recent concentraties van meer dan 10 000 Krooneenden geteld. Een ander voorbeeld is de reactie van het aantalsverloop van de Fuut op een crash en herstel van de blankvoornpopulatie in de Bodensee.
      Het is de eerste keer dat dit soort gegevens op deze schaal voor het gehele stroomgebied van de Rijn worden gepresenteerd. Het inzicht in het ecologisch functioneren van dit gebied wordt hiermee vergroot, ten gunste van herstelprogamma's onder de paraplu van het Rijn Actie Programma of de Europese Kaderrichtlijn Water. Ook vanuit de Vogelrichtlijn wordt de roep om telgegevens en trends, maar ook om inzicht in de achterliggende mechanismen, steeds luider. Waterbirds in the Rhine Valley in 1999/2000 bundelt in die zin belangrijke informatie tot nieuwe inzichten en biedt een bruikbaar doorkijkje naar de ecologische kennis die daaromtrent in de laatste jaren is verkregen.

Recensie van Ruurd Noordhuis

[gratis pdf] [english summary]



limosa 75.4 2002
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster