Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

(2002) Recensie: Borrow N. & Demey R. 2001. Birds of Western Africa. LIMOSA 75 (3): 135-135.

Birds of Western Africa. Borrow N. & Demey R. 2001. Christopher Helm, London. ISBN 0-7136- 3959-8. Formaat 20*25*5 cm, 2.1 kg, 832p, Prijs €54.00. (Tevens: Princeton University Press ISBN 0-691-09520-5, 816p, $52,50)

Met het verschijnen van het boek Birds of Western Africa is er een nieuwe en kwalitatief zeer goede veldgids beschikbaar gekomen voor een groot gebied. Het boek beslaat het gebied van Mauritanië in het noordwesten tot Kongo in het zuidoosten, en Tsjaad en de Centraal Afrikaanse Republiek in het oosten. Bij westelijk Afrika denken we vooral aan Europese steltlopers, watervogels en zangvogels die daar overwinteren, maar naast deze wintergasten heeft deze regio ook een zeer diverse autochtone vogelbevolking. Tot op heden was het op naam brengen van lokale West-Afrikaanse vogels (jungle-pimmies) met de gangbare literatuur niet altijd even makkelijk. Met deze nieuwe gids is dit hiaat op sublieme wijze gevuld.
      De gids is in twee identieke versies voorhanden, de Helm editie (voor de Europese markt) en een Princeton University Press editie (voor dezelfde prijs, maar dan in dollars, bestemd voor de Amerikaanse markt), beide hardback. De gids is verdeeld in een inleiding, een sectie afbeeldingen, soortteksten en referenties. De illustraties zijn van zeer goede kwaliteit en de meer dan 3000 kleurenafbeeldingen, verdeeld over 147 platen, zijn zeer gedetailleerd en perfect van formaat. Niet minder dan 1285 soorten worden in detail besproken. Van de meeste soorten zijn man, vrouw en juveniel kleed afgebeeld. Dat de illustrator (Nik Borrow) niet alleen vele uren over balgen gebogen heeft gezeten, maar ook zeer veel veldervaring heeft, blijkt uit de natuurgetrouwe platen (van de geïllustreerde soorten heeft hij er slechts 78 (6%) niet in het vrije veld geobserveerd!). Binnen soortgroepen zijn de soorten weergegeven in een identieke houding, kenmerkend voor de soortgroep, zodat onderlinge vergelijking tussen de soorten optimaal mogelijk is, zonder afbreuk te doen aan hun natuurlijke houding. De tekst geeft naast de wetenschappelijke en Engelse naam (de nomenclatuur van de serie Birds of Africa wordt aangehouden), tevens de Franse naam en de synoniemen die in omloop zijn. De lengte van de vogel (balglengte, snaveltopstaartpunt) wordt gegeven in centimeters en de auteurs verloochenen hun afkomst niet door deze maat ook nog in inches op te nemen. Daarna volgt een omschrijving van het verenkleed, uitgesplitst naar sekse, leeftijd en ondersoort. Ruime aandacht wordt besteedt aan de omschrijving van de geluiden, en elke soort wordt gecomplementeerd met een verwijzing naar een track op een van de 15 cd's van African Bird Sounds (Chappuis 2000). Een slimme vondst waardoor in combinatie met deze cd's geluiden in het veld snel nagezocht kunnen worden. Het boek besluit met een literatuurlijst met 600 referenties, een lijst met algemene bronnen en een lijst gegroepeerd per land. Uit de referenties blijkt dat de auteurs grondig hebben gewerkt, en werk van Nederlandse ornithologen wordt veelvuldig aangehaald (onderzoek in onder andere Burkina Faso, Kameroen, Kaap-Verdische eilanden, Tsjaad, Gabon, Guinea, Guinee-Bissau, Mali, Mauritanië & Niger). De auteurs roemen in hun dankwoord de schrijvers van eerdere determinatiewerken over deze regio, waaronder Birds of West Africa (Serle et al. 1977). Het kenmerkt hun bescheidenheid dat ze zich schatplichtig voelen aan hun voorgangers, terwijl hun eigen werk zoveel beter is.
      Het is duidelijk dat de T-Ford van Serle et al. nu is vervangen voor een luxe Toyota Landcruiser. Completer, betrouwbaarder, gedetailleerder, moderner en mooier. Is er dan niets op het werk aan te merken? Er moet toch iets te zeuren zijn? Nou vooruit dan, ik weet twee persoonlijke minpuntjes te verzinnen. Woog de Serle & Morel slechts 0.6 kg, deze nieuwkomer neemt 2.1 kg voor z'n rekening. Daarnaast had ik graag verspreidingskaartjes naast de platen gezien, zodat je bij het determineren beter kan focussen op de geografisch meest aannemelijke soorten. Bijvoorbeeld voor het herkennen van de zeven soorten van het Batis genus (plaat 111) die verduveld veel op elkaar lijken, zou het prettig zijn om in één oogopslag te kunnen zien welke kandidaten in aanmerking komen. Het boek is onontbeerlijk voor elke ornitholoog die geïnteresseerd is in deze regio. Alleen voor de Senegal/ Gambia regio is een gids van vergelijkbare kwaliteit verkrijgbaar; voor het overige gebied is deze nieuwe gids veruit het beste wat er is. Dus koop dit boek, een doos Immodium en een ticket naar Mali en ga op zoek naar de Golden Nightjar, niemand weet wat deze soort voor geluid produceert. Of naar Kameroen op zoek naar Monteiro's Bush Shrike die slechts bekend is van twee gevallen: één zichtwaarneming (Mount Kupe in 1992) en één exemplaar twee eeuwen geleden verzameld op Mount Cameroon. En als je de charme van Afrika niet ter plekke wil ervaren, dan biedt dit boek nog altijd genoeg moois om thuis te genieten van ornithologische rariteiten zoals de Standard-winged en Pennant-winged Nightjar, Bearded Barbet en Lyre-tailed Honeyguide.

Recensie van Leo Bruinzeel

[gratis pdf] [english summary]



limosa 75.3 2002
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster