Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

KOFFIJBERG K, & DIJK AJ VAN (2001) Influx van kwartelkoningen Crex crex in Nederland in 1998. LIMOSA 74 (4): 147-159.

Halverwege de jaren negentig leek het doek definitief gevallen voor de Nederlandse populatie Kwartelkoningen. Het broedbestand telde nog hooguit 60 territoria en zou gezien de ontwikkelingen in voorgaande jaren waarschijnlijk snel verder afnemen. Groot was dan ook de verrassing toen in 1997 uit het niets meer dan 250 roepende mannetjes verschenen. En dat vormde nog maar het begin van een nog opmerkelijker optreden in 1998, dat een van de beste Kwartelkoning-jaren werd in de afgelopen decennia. Waar kwamen deze Kwartelkoningen vandaan? En welke perspectieven hebben zij in het gecultiveerde Nederlandse landschap?

De Kwartelkoning is in de afgelopen decennia in grote delen van z'n verspreidingsgebied sterk in aantal afgenomen of zelfs verdwenen. Habitatverlies, intensivering van de landbouw en steeds vroegere maaidata hebben ervoor gezorgd dat de vogels bij aankomst uit Afrika, vanaf begin mei, tegenwoordig nog nauwelijks geschikt broedhabitat aantreffen (Green et al. 1997). In grote delen van Europa prijkt de soort dan ook op nationale Rode Lijsten, terwijl op wereldschaal zelfs de status 'met uitsterven bedreigde vogelsoort' werd bereikt (Collar et al. 1994). Nederland vormt geen uitzondering op dit beeld. In het begin van de jaren tachtig werd de broedpopulatie nog geschat op 400-600 territoria (Sovon 1988). Nog geen vijftien jaar later, in 1996, was dit afgenomen tot hooguit 60 territoria, en leek de Kwartelkoning op het punt te staan als broedvogel uit Nederland te verdwijnen. Geheel onverwachts veerde de broedpopulatie in 1997 weer op. Voor het eerst sinds jaren werden in grote delen van het rivierengebied en in de akkers van het Oldambt in Groningen -de belangrijkste broedgebieden van ons land- meer dan 100 roepende Kwartelkoningen vastgesteld (Bekhuis & Erhart 1998, Koffijberg et al. 1998), Daarnaast vestigden zich tientallen vogels in de Drentse beekdalen, op plaatsen waar ze vaak al meer dan tien jaar niet meer waren gehoord (van Dijk 1998a). Landelijk ging het om ruim 250 territoria (van Dijk et al. 1999): een verviervoudiging ten opzichte van de jaren daarvoor. Dergelijke pieken kwamen ook in de jaren zeventig en tachtig geregeld voor maar bleven dan meestal beperkt tot een jaar. De opleving in 1997 bleek niet eenmalig en vormde de opmaat voor een nog omvangrijkere influx in 1998. Het voorkomen bleef daarbij niet beperkt tot de bekende gebieden, maar breidde zich ook uit tot andere delen van het land; zelfs tot in de rand van grote steden. Dit artikel geeft een samenvattend overzicht van het voorkomen van Kwartelkoningen in Nederland in 1998. Besproken worden aantallen, verspreiding en de habitattypen waarin Kwartelkoningen werden vastgesteld, Verder wordt ingegaan op de vraag in hoeverre de recente opleving van het Nederlandse broedbestand op zichzelf staat, of dat er eerder sprake is van aantalsveranderingen op grotere schaal, en welke perspectieven de Nederlandse Kwartelkoningen op langere termijn hebben. Kwartelkoning Crex crex

[gratis pdf] [english summary]



limosa 74.4 2001
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster