Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

POTTERS H (2009) Broedbiologie van een kleine populatie nestkastbewonende Holenduiven in westelijk Noord-Brabant.. LIMOSA 82 (1): 1-12.

Terwijl alle andere duivensoorten in Nederland in de afgelopen decennia behoorlijke klappen kregen te verduren, ging het de Holenduif voor de wind. Maar hoe staat het eigenlijk met de broedresultaten? Dit artikel beschrijft een nestkastbewonende populatie in Noord- Brabant,waarvan de broedbiologie door zo'n 4700 controles werd vastgelegd.

De Holenduif Columba oenas heeft de afgelopen decennia in Nederland ontwikkelingen doorgemaakt die op zijn zachtst gezegd stormachtig kunnen worden genoemd. Schattingen gemaakt voor de perioden 1973-77, 1979-85 en 1998-2000 wijzen op een forse toename van de landelijke broedpopulatie: respectievelijk 13 000-17 000, 30 000-40 000 en 50 000-70 000 paren (Bijlsma 2002). Parallel hieraan zijn ook de aantallen buiten het broedseizoen sterk gestegen. De resultaten van de PTT-tellingen laten tussen 1980 en 1998 een verviervoudiging zien van de index van de winterpopulatie (Bijlsma et al. 2001). Concentraties van meer dan 1000 Holenduiven, die in de jaren 1978-83 nog nauwelijks werden geregistreerd (SOVON 1987), zijn in het westen van Noord-Brabant tegenwoordig in de wintermaanden op voedselrijke plekken of slaapplaatsen geen uitzondering meer (eigen waarnemingen). De soort is hier in grootschalige akker- en tuinbouwgebieden zelfs beduidend talrijker dan de Houtduif C. palumbus.
      De toename van de Holenduif in Nederland is dan wel spectaculair en intrigerend - de andere duiven vertonen namelijk juist een afname (Bijlsma 2002) - maar heeft desondanks niet geleid tot een hausse aan publicaties. Voor een soort die zich zo gemakkelijk laat verleiden omin nestkasten te broeden, en waarvan broedgevallen in potentie dus eenvoudig zijn te volgen, is het gebrek aan belangstelling zelfs schrijnend te noemen. In de ons omringende landen is de situatiewat dat betreft beter, al zijn de meeste studies tamelijk bejaard (onder andere Delmee 1954, Murton 1966 en Möckel 1988). Voldoende redenen derhalve om de resultaten van een nestkastonderzoek dat van 1986 t/m 2000 in westelijk Noord-Brabant werd uitgevoerd aan de vergetelheid te ontrukken. Holenduif Columba oenas

[pdf alleen voor leden] [english summary]



limosa 82.1 2009
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster